Hieronder presenteren wij de meest omvangrijke risico's. Onder een risico verstaan we het gevaar voor (financiële) schade of verlies als gevolg van interne en/of externe omstandigheden. Het risico heeft betrekking op het samenvallen van die bepaalde omstandigheden (de kans) en de negatieve gevolgen (de schade). Wij hebben de risico-inventarisatie geactualiseerd, de risico's geanalyseerd en beoordeeld en vervolgens zoveel als mogelijk gekwantificeerd. De risico's die we kunnen kwantificeren, staan vermeld in deze paragraaf.
Ten opzichte van voorgaande jaren presenteren we een beknopter risico-overzicht. We werken met vaste categorieën omdat we zien dat door de jaren heen steeds dezelfde risico's onze aandacht vragen. Ook zien we dat gemeenten doorgaans dezelfde risico's opnemen. Het risico-overzicht is vooral informatief bedoeld. We zien dat we in de praktijk maar zeer beperkt een beroep doen op het weerstandsvermogen. In voorkomende gevallen zijn we verzekerd (datadiefstal), doen we een beroep op de algemene reserve of stelt de rijksoverheid een specifieke uitkering beschikbaar (Covid, opvang Oekraïners).
Risicocategorie (x € 1.000) | Weerstandscapaciteit | |
1 | Gemeentefonds | € 700 |
2 | Nieuwe taken | € 700 |
3 | Verbonden partijen | € 700 |
4 | Open einde regelingen | € 800 |
5 | Grondexploitaties | € 200 |
6 | Vastgoed en accommodaties | € 300 |
7 | Projecten en programma's | € 400 |
8 | Personeel | € 700 |
9 | ICT | € 300 |
10 | Overig | € 500 |
Totaal | € 5.300 |
1. Gemeentefonds
De afname van de algemene uitkering van de Rijksoverheid aan gemeenten in 2026 (het ravijnjaar) en 2027 is deels gedempt. Deze demping is incidenteel voor genoemde jaren en is formeel grotendeels bedoeld om de tekorten op jeugdzorg te dekken. Doordat dit incidenteel is, zien we in 2028 een terugval in de algemene uitkering. Het Rijk presenteerde een aantal aanvullende maatregelen waarbij de kosten van jeugdzorg vanaf 2028 af moeten nemen.
De inspanning voor deze maatregelen, die nog niet concreet zijn, ligt bij het Rijk. Als deze maatregelen niet behaald worden, volgt er compensatie in de algemene uitkering. We namen de financiële gevolgen van deze maatregelen budgetneutraal in onze begroting op. Daarnaast heeft het Rijk de intentie om vanaf 2029 een nieuw financieringsmodel voor jeugd te realiseren. Dit model gaat buiten de algemene uitkering om.
De val van het kabinet zorgt voor extra onzekerheid over de algemene uitkering. Zolang er geen zittende regering is, is er geen duidelijk (meerjarig) beleid. Hierdoor kunnen we nog niet inschatten hoe (de hoogte van) de algemene uitkering er in 2029 uitziet.
2. Nieuwe taken
Omgevingswet
Sinds 1 januari 2024 is de Omgevingswet van kracht. De nieuwe wet voegt oude wetten samen en voorziet in één loket waar inwoners een vergunning kunnen aanvragen. We werken sinds 2024 aan nieuwe omgevingsprogramma’s. Daarin wordt de omgevingsvisie uitgewerkt tot beleid. De omgevingsprogramma’s vormen een kader om nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen aan te toetsen.
Daarnaast moeten we het tijdelijk omgevingsplan, dat bestaat uit de huidige bestemmingsplannen, voor 1 januari 2032 omzetten naar een gebiedsdekkend omgevingsplan. Dat is technisch en juridisch complex en veelomvattend. De gemeente heeft een groot grondgebied met vaak verouderde bestemmingsplannen, elk met eigen regels. In het omgevingsplan moeten de milieuregels worden opgenomen. De regels in het definitieve omgevingsplan kunnen leiden tot verzoeken om nadeelcompensatie.
Verder leveren de gemeentelijke software voor het maken van een omgevingsplan en het landelijke Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) de nodige problemen op. Een aandachtspunt is de beperkte capaciteit die in de organisatie aanwezig is om de omgevingsprogramma’s en het omgevingsplan tot stand te brengen. Soms is specialistische kennis niet aanwezig. Het is de vraag of de opgave om te komen tot omgevingsprogramma’s en het omgevingsplan mogelijk is met bestaande financiële middelen en de beschikbare formatie.
Hervormingsagenda Jeugd
In 2023 is de Hervormingsagenda Jeugd vastgesteld. Deze agenda richt zich op het verbeteren van het jeugdstelsel en vraagt onder meer aandacht voor de robuustheid van de regionale organisatie. Mogelijk moeten gemeenten een gezamenlijke backoffice inrichten. Dit heeft organisatorische en financiële consequenties. Daarnaast vraagt de Hervormingsagenda om versterking van lokale wijkteams. Dit inclusief betere verbinding met andere domeinen, zoals onderwijs en ggz. Dit kan leiden tot uitbreiding van taken en kwaliteits- en samenwerkingsvereisten die impact hebben op de personele inzet.
3. Verbonden partijen
Gemeenten besteden een substantieel deel van hun taken uit aan verbonden partijen. Een aandachtspunt is de regie op kosten en het vinden van samenwerking met andere gemeenten. Voor gemeenten is het wenselijk dat we afspraken maken over indexering en daarin één lijn trekken. Dit geldt voor alle verbonden partijen. Hieronder gaan we in op risico's bij AVRI, ODR en GGD. Voor de overige verbonden partijen spelen geen specifieke zaken die hoge risico’s vormen.
AVRI
Een aantal omliggende gemeenten neemt geen IBOR taken (meer) af bij AVRI. Dit kan gevolgen hebben voor de toekomstbestendigheid van AVRI op dat onderdeel. Daarnaast zijn er risico's verbonden aan het hoge ambitieniveau van AVRI voor de milieustraat Medel. Het is wenselijk dat AVRI voorziet in een businesscase die zicht biedt op een sluitende exploitatie.
Daarnaast zien de ontwikkelingen voor Cirtex - een samenwerking op het gebied van textielrecycling tussen AVRI, Werkzaak en 2-Switch - er de komende twee jaar niet goed uit. Hierdoor is er een financieel risico op een negatief saldo. Dit betekent een extra financieel risico voor AVRI, omdat zij zich heeft gecommitteerd aan een pilotperiode van vier jaar.
Verder vormen de rentekosten die gepaard gaan met de overdracht van de vuilstortplaats aan de provincie een risico.
ODR
We signaleren problemen rondom de beschikbare personele capaciteit bij ODR, het hoge verloop en het toenemend aantal inhuurkrachten. We constateren dat dit leidt tot meer fouten in de uitvoering en een daling in de kwaliteit van de dienstverlening. We zien financiële afwijkingen die de ODR niet voldoende kan verklaren. Daarnaast zien we het risico van toenemende maatwerkkosten en achterblijvende inkomsten (leges).
GGD
De weerstandsratio van de GGD bedraagt 0,38. Volgens de criteria van gemeente Buren is dit onvoldoende. In onze weerstandscapaciteit is hier rekening mee gehouden.
4. Open einde regelingen
We hebben te maken met verschillende open einde regelingen op het gebied van participatie, Wmo, jeugdhulp en leerlingenvervoer. Daarbij is de ondersteuningsbehoefte van inwoners leidend. Wat betekent dat bij een toenemende vraag uitputting van het budget geen reden kan zijn om de ondersteuning niet te verstrekken.
Daardoor is bij open einde regelingen het risico van budgetoverschrijding reëel. Dit doet zich voor bij de Wet maatschappelijke ondersteuning door een vergrijzende bevolking. Ook bij jeugdhulp is sprake van kostenstijging als de problemen complexer worden en meer jongeren en/of gezinnen behoefte hebben aan ondersteuning. Bij Wmo en jeugdhulp zien we dat er meer uren ondersteuning nodig zijn per huishouden. We monitoren het kostenverloop, analyseren het beroep dat wordt gedaan op de regelingen en zetten gericht preventieve maatregelen in om grip te krijgen op deze uitgaven.
5. Grondexploitaties
Wij hebben drie actieve grondexploitaties: Bedrijventerrein Doejenburg II en Beusichem Zuid en Het Woud II Ingen. We hadden verwacht de grondexploitatie voor Bedrijventerrein Doejenburg II in 2025 af te sluiten. Dit wordt 2026. De grondexploitaties voor de woningbouwlocaties Beusichem Zuid en Woud II zijn nog in de opstartfase en meerjarig van aard. Tijdens de looptijd van een grondexploitatie kunnen de omstandigheden in positieve en negatieve zin wijzigen. We voeren jaarlijks een risicoanalyse uit om de financiële risico’s te beperken. Indien nodig passen we de langjarige parameters rentepercentage, discontovoet en kosten- en opbrengstontwikkeling aan.
Met de nota overhead 2025 wordt een opslag op de totale kosten toegerend aan de grondexploitaties. Voor de nota overhead 2025 was dit een opslag per uur. Als geplande uitgaven worden doorgeschoven, heeft dit nadelige gevolgen voor de toe te rekenen overhead.
6. Vastgoed en accommodaties
We geven uitvoering aan een taakstelling op vastgoed en accommodaties. Vanaf 2026 is het risico aanwezig dat de ingeboekte taakstelling en structurele onderhoud- en exploitatielasten van gemeentelijk vastgoed niet wordt gerealiseerd. Vastgoedmedewerkers hebben de organisatie verlaten en zijn niet vervangen, maar het bijhorend vastgoed is nog niet (geheel) afgestoten. We huren daarom tijdelijk personeel in. Bij knelpunten rondom de verkoop van vastgoed is het gevolg dat de ZBB doelstelling voor het beheer en onderhoud van het gemeentelijk vastgoed, mogelijk niet wordt gehaald. Dit heeft financiële consequenties.
Daarnaast zijn er risico’s verbonden aan de krimp en de groei van scholen binnen onze gemeente. We hebben te maken met een mix van (zeer) kleine en grotere scholen. Voor kleine scholen (minder dan 52 leerlingen) vormt een mogelijk risico bij het doen van een investering in huisvesting, terwijl de levensvatbaarheid op termijn onzeker is. Als leerlingenaantallen blijven dalen, kan sluiting binnen enkele jaren onvermijdelijk zijn. Tegelijkertijd brengt het blijven investeren in groeiende scholen risico’s met zich mee. Verdere groei van deze scholen kan ten koste gaan van de instroom bij kleinere scholen in de omgeving, waardoor deze nog verder onder druk komen te staan. Deze ontwikkelingen vragen om een zorgvuldige en strategische afweging. In het geactualiseerde Integraal Huisvestingsplan (IHP) worden nieuwe beleidskeuzes gemaakt, in overleg met de schoolbesturen. Hierin bepalen we welke scholen worden opgenomen voor (ver)nieuwbouw of uitbreiding.
7. Projecten en programma's
Woningbouw
Het aandachtspunt is het realiseren van ons woningbouwprogramma met een goede mix van woningen onder andere voldoende sociale huurwoningen binnen nieuwe woningbouwprojecten. Dit blijkt financieel lastig te realiseren en door onderhandelingen met ontwikkelaars treedt er vertraging op. Ook de netcongestie en de beschikbaarheid van aansluitingen brengt het risico van vertraging met zich mee. Dit speelt vooral bij nieuwe locaties. De risico's voor stikstof en pfas blijken in de praktijk mee te vallen.
In de woondeal is het vereiste van toekomstbestendig bouwen opgenomen. De extra eisen die hieraan verbonden zijn, leiden tot extra kosten. Het realiseren van extra investeringen, waardoor er minder overlast is van hevige regenval, droogte en hitte, kan leiden tot minder schade in de toekomst. Dan gaat het onder andere om schade aan wegen, riolering, gemeentelijk groen, woningen en de gezondheid van inwoners.
Nieuwbouw gemeentehuis
De vergunningen zijn onheroeplijk en de oplevering van de bouw staat eind juli 2026 gepland.
Er bestaat altijd een mogelijkheid dat gedurende de uitvoering een vertraging kan optreden, waardoor het huidige gebouw langer gehuurd moet worden. Op dit moment is er geen indicatie dat er een vertraging gaat optreden.
De zaken voor de stroomaansluiting voor het nieuwe gemeentehuis zijn afgestemd met Liander en Thius en zijn in opdracht gegeven en ingepland. De stroomaansluitingen voor de nieuwe appartementen zijn nog niet door Thius definitief aangevraagd. Hier zit nog een beperkt risico dat er vertraging ontstaat in de levering van de stroomaansluitingen voor de nieuwe appartementen.
Energietransitie
De energietransitie is het gevolg van het Klimaatakkoord dat onder andere overheden de opdracht geeft energievoorziening te verduurzamen. De energietransitie introduceert nieuw technologieën waarover minder kennis en ervaring is. Tegelijkertijd is de vraag welke rol de lokale overheid gaat innemen in deze transitie. Een ander risico is dat de Rijksoverheid te weinig financiële middelen beschikbaar stelt voor de transitie. De Rijksoverheid kan met de ontwikkelingen rond wetgeving wel uitvoeringsverplichtingen gaan stellen.
Programma Nieuwkomers
Voor 1 juli 2025 moeten gemeenten beschikken over opvangfaciliteiten voor asielzoekers, zoals opgenomen in het verdeelbesluit op grond van de Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen. Wij verkenden de afgelopen periode meerdere samenwerkingsmogelijkheden in de regio, onderzochten locaties en voerden gesprekken met het COA. Dit heeft dit nog niet geleid tot een concrete opvanglocatie.
Het risico bestaat dat het ministerie sancties oplegt aan gemeenten in het kader van de Spreidingswet als ze niet voldoen aan hun wettelijke taakstelling. Hier staat tegenover dat de Spreidingswet ter discussie stond in het kabinet. Door de val van het kabinet is dit nog steeds onduidelijk. Hierdoor is het de vraag of de wet uitgevoerd wordt en zo ja, op welke wijze.
8. Personele risico's
Op de lange termijn kan een risico optreden met verlofsparen. Medewerkers kunnen hun pensioen vervroegen. De verlofstuwmeren vormen zelf geen groot financieel risico. Ook is de inhuur niet bovengemiddeld hoog. Wel kan het hoge ziekteverzuim leiden tot extra inhuur. Daarnaast zijn de pensioenen en eventuele arbeidsongeschiktheid van (oud)bestuurders een risico. In 2027 gaan de pensioenen voor de wethouders over naar het Algemeen Buurgelijk Pensioenfonds (ABP). Dat houdt in dat de voorziening pensioenen wethouders komt te vervallen. Het is nu nog onduidelijk wat de exacte overdrachtswaarde aan het ABP wordt. Als hier meer duidelijkheid over is verwerken we dat in onze P&C cyclus.
9. ICT
We werken met persoonsgegevens, waardoor de schade voor inwoners of ondernemers bij oneigenlijk gebruik groot kan zijn. We lopen het risico dat gegevens door onbevoegden worden ingezien. Gevoelige informatie kan in verkeerde handen komen. Ook lopen we het risico op fouten en gegevensverlies. Aandachtspunt is dat niet alle applicaties AVG proof zijn. Ook zijn niet alle processen integraal gedigitaliseerd. We werken aan een nieuw informatieplan. Daarin hebben we aandacht voor het beperken van deze risico's.
10. Overig
Er kunnen risico's optreden door incidenten en calamiteiten. Ook kunnen zaken buiten de aansprakelijkheidsverzekering vallen. We zien in onze samenleving een steeds verder gaande juridisering wat kan leiden tot meer aansprakelijkstellingen. We beperken de risico's door aandacht te hebben voor preventie en het voorkomen van schade. Ook lichten we periodiek de verzekeringsportefeuille door.